Podiumgesprek met Thomas Vriens: bewaren of afstoten?
Thomas Vriens, directeur en beheerder van Museum Slager in ’s-Hertogenbosch, was zaterdag 21 juni de laatste gast in de reeks van vier podiumgesprekken in DePetrus. Vriens was door het Vughts Museum uitgenodigd om zijn visie te delen op het beheer van museale depots. De centrale vraag was: Mag je als museum op een gegeven moment afscheid nemen van een deel van je collectie?
Het gesprek draaide (ook) om de uitdaging waar veel musea mee kampen: het gebrek aan ruimte en het moeten maken van keuzes. Ook het Vughts Museum krijgt regelmatig objecten aangeboden uit privécollecties, van bedrijven of verenigingen. Die variëren van unieke en waardevolle stukken tot meer alledaagse voorwerpen. Depotbeheerders proberen hier zorgvuldig mee om te gaan, maar de opslagcapaciteit is beperkt en de omstandigheden zijn niet altijd optimaal. Datzelfde geldt ook voor Museum Slager, het museum waar Thomas Vriens al ruim een jaar werkt. Het is een intiem museum op een toplocatie in een historisch ‘Slager’pand, aan de voet van de Sint Jan.
Dilemma voor veel musea
Het gesprek ging vooral over de dilemma’s waar een museum voor komt te staan. Op een bepaald moment is de opslagruimte eindig en wat dan? Wat wordt in beheer gehouden en wat doen we met de ‘restpartij’. Net zoals in het Vughts Museum worden criteria ontwikkeld die richting geven aan wat bewaard moet blijven en wat afgestoten kan worden. Dat geldt ook voor het aanbod.

Mooie overzichtsfoto van gesprekspartners Vriens (l) en Van den Brand (r) en het geïnteresseerde publiek.
Museum Slager heeft zich vanaf het ontstaan gericht op werken van de familie Slager. Daarvan moeten er nog altijd een aantal in particulier bezit zijn. Het Museum is erg geïnteresseerd in waar die schilderijen zijn, zonder als primair doel ze te verwerven. Het zijn o.m. die dilemma’s die het opbouwen van een museum eenvoudiger maakt dan het beheer van een museum.
Wisselexposities als publiekstrekkers
De wisselexposities – nu bijvoorbeeld van Toon Hermans – hebben vooral ook de functie meer mensen naar het museum te lokken. En dat dat lukt bewijzen de bezoekerscijfers: kwamen er tot de coronatijd zo’n kleine 2000 bezoekers per jaar, inmiddels is dat 20.000. Museum Slager bestaat volgend jaar 50 jaar en de viering van dat jubileum wil de bronnen van de schildersfamilie Slager zichtbaar maken. Een onderhoudend gesprek!
In de voorgaande podiumgesprekken zijn al diverse invalshoeken aan de orde gekomen: het eigen depot van het Vughts Museum, de invalshoek van kunstrestaurator Michel van de Laar en de specifieke invalshoek – het restaureren van glas in lood – door glazenier Mario Cadée.
De tentoonstelling Depot Expo, in het kader waarvan de podiumgesprekken plaats hadden, laat tot en met zondag 6 juli geselecteerde stukken uit het depot van het Vughts Museum zien. De expositie is gratis toegankelijk tijdens openingstijden van DePetrus.
Dit verslag werd geschreven door Geert van den Brand, die ook het gesprek met Vriens voerde.