Depotschatje 4: De molen aan het Moleneind op glasnegatief
Het Vughts Museum wil een zo goed mogelijk beeld geven van de geschiedenis en cultuur van Cromvoirt, Helvoirt en Vught en maakt daarvoor gebruik van de vele voorwerpen en kunstwerken uit het depot. Elke maand belichten de vrijwilligers van de werkgroep collectiebeheer en registratie een depotschatje.
In het archief van het Vughts Museum is veel documentatie over de molen van Coppens die ooit aan het Moleneind stond. Er is ook een aantal glasnegatieven van de familie met voornamelijk portretten, maar ik licht er twee uit waarop de molen is te zien.

Twee dames Coppens bij de molen aan het Moleneind

Overzicht van de bedrijfsgebouwen: maalderij, molen en woonhuis. Deze foto’s zijn van vóór 1919.
In Vught-Zuid zijn verschillende straatnamen gerelateerd aan een molen, zoals de Molenstraat, Molenakker, Molenhei, Molendwarsstraat, Moleneindplein, Moleneindstraat en Molenrijnselaan.
Deze namen herinneren aan de molen die drie eeuwen aan het Moleneind stond. Dit was een houten standaardmolen, het oudste Nederlandse windmolentype.
In de 17e eeuw was Jan Michielsen-van der Crabben molenaar op het Moleneind, opgevolgd door zeven generaties Van Heeswijck die hier tot 1855 een maalbedrijf hadden. Molenaarsechtpaar Petrus Winkens en Sophia Hase uit Loon op Zand vestigde zich in 1853 in Vught en hun zonen Pieter, Cornelis, Hendrikus en Karel waren allen molenaars en hebben de molen aan het Moleneind vijfentwintig jaar gerund.
Tussen 1880 en 1970 waren er drie generaties Coppens actief. Cornelis Coppens uit Berkel-Enschot kocht de molen in 1880. Hij trouwde in 1883 met Antonetta van Krieken uit Haaren. Zij betrokken een nieuw huis aan de Esscheweg (Moleneind, wijk C 137a). Hun zonen Fried en Piet en hun kleinzonen Wim, Cees en Fons hebben het molenaarsberoep ter plaatse uitgeoefend. Cornelis begon met een stoom- en korenmolen, voorzien van een hoge schoorsteen, geplaatst in 1888. Door modernisering van het bedrijf werd in 1900 de stoommachine vervangen door een zuiggasmotor, die later weer werd vervangen door een dieselmotor en een elektromotor.
Doordat de oude molen in verval raakte werd deze in 1919 afgebroken, maar de werkzaamheden werden uitgebreid met handel in granen en meel, veevoeder en kunstmest. In 1922 werden er twee huizen op het terrein gebouwd langs de Esscheweg, waar de kinderen Coppens gingen wonen. Tussen de huizen en de maalderij werd een groot magazijn gebouwd.
De gebroeders Coppens, Fried en Piet, zijn in de jaren vijftig overleden, daarna hebben de zonen van Fried het bedrijf nog voortgezet tot 1970 onder dezelfde naam: ‘Gebroeders Coppens’.
Veronica Dénis