Depotschatje 11: Centsprent van Sint Nicolaas

Het Vughts Museum wil een zo’n goed mogelijk beeld geven van de geschiedenis en cultuur van Cromvoirt, Helvoirt en Vught. Daarbij maakt het museum gebruik van allerlei voorwerpen en kunst uit het depot. Maar veel objecten komen nooit of heel sporadisch uit het depot. Elke maand belichten de vrijwilligers van de Werkgroep Collectiebeheer en registratie een depotschatje.

 Sint-Nicolaas is in het land, en miljoenen kinderen en hun ouders volgen dagelijks zijn wederwaardigheden op TV. In de verstreken eeuwen waren onze voorouders niet minder geïnteresseerd in het leven van de goedheiligman. Ze kwamen daarover van alles te weten dankzij onder meer de centsprenten. Een centsprent is een prent met een reeks afbeeldingen met korte teksten of rijmpjes die samen een verhaal vertellen.

De prenten werden tussen 1730 en 1930 massaal gedrukt op goedkoop papier van ongeveer 30 x 40 cm, en werden vaak niet in kleur of slechts in een paar kleuren gedrukt. Ze waren niet duur en voor iedereen verkrijgbaar; je kon ze voor één of een paar centen per stuk kopen van een marskramer of venter.

De centsprent uit de museumcollectie die we hier laten zien, gaat over het leven van Sint-Nicolaas. Onder elke afbeelding staat een vierregelig gedicht in het Nederlands en een tweeregelig gedicht in het Frans. Het is een houtsnede uit ongeveer de periode 1800-1835, vervaardigd door P.J. Brepols. Bijzonder is dat de prent is ingekleurd: in kleurvegen rood, blauw en geel, opgebracht met een grove penseel of sjabloon.

Centsprenten waren een soort krant en behandelden talloze uiteenlopende onderwerpen: fabels, bijbelverhalen, historische gebeurtenissen, verre volkeren, actuele gebeurtenissen, enz. Ze waren vooral bedoeld voor kinderen en armelui, die nauwelijks geld hadden voor een echte krant of boeken. Onderwijzers gaven wel eens een centsprent als beloning aan een leerling. Een centsprent werd ook wel kinderprent, volksprent, oortjesprent of mannekensblad genoemd. Er zijn honderden miljoenen centsprenten gedrukt en verspreid, maar net als gewone kranten werden ze nauwelijks bewaard. De papierkwaliteit was heel matig en lange tijd had niemand er belangstelling voor.