Depotschatje 9: Zionsburg door A. von Gesau

Het Vughts Museum wil een zo’n goed mogelijk beeld geven van de geschiedenis en cultuur van Cromvoirt, Helvoirt en Vught. Daarbij maakt het museum gebruik van allerlei voorwerpen en kunst uit het depot. Maar veel objecten komen nooit of heel sporadisch uit het depot. Elke maand belichten de vrijwilligers van de Werkgroep Collectiebeheer en registratie een depotschatje.

 

Op Open Monumentendag 15 september kon men in Vught, Helvoirt en Cromvoirt zeventien gebouwen of landgoederen bezichtigen. Allemaal bij elkaar trokken zij maar liefst 5016 belangstellenden, met als topattractie Landgoed Zionsburg met 1200 bezoekers.

Bezoekers van Zionsburg kregen een verhaal te horen over de bijzondere geschiedenis van het huis. Ooit stond hier een commanderij van de Duitse Orde, die door de beruchte Gelderse veldheer Maarten van Rossum in 1543 werd verwoest. Honderdtwintig jaar later vertrok de Duitse Orde en verkocht zij het landgoed. De ruïne maakte plaats voor de villa die op bijgaande aquarel is afgebeeld.

De aquarel is gesigneerd met A. von Geusau en dateert van begin jaren ‘30 van de negentiende eeuw. De maker is Arnold van Malsen (1817-1886), onecht kind van Jhr. Willem Arnold Lamoraal Alting van Geusau (of Von Geusau), die met zijn gezin op Zionsburg woonde. Arnold mocht zich ook Von Geusau noemen.

Vader Van Geusau was onder meer maire/burgemeester van Sint-Michielsgestel. In 1828 kocht hij op een veiling het landgoed Zionsburg van weduwe Margaretha Jannette-Keuchenius. Willem van Geusau werd luitenant-kolonel van het Korps Noord-Brabantse Jagers dat hij zelf in 1831 oprichtte. Daarmee heeft hij mogelijk later dat jaar deelgenomen aan de Tiendaagse Veldtocht ter onderdrukking van de Belgische Opstand. Zeker is dat zijn andere onechte zoon, de pas 16-jarige Willem van Malsen (of Van Geusau), als vrijwilliger met dat korps ten strijde trok.

Het gezin Van Geusau woonde tot 1848 op Zionsburg. Het landgoed werd toen verkocht aan Koning Willem II. Het huis werd vervolgens nog bewoond door het gezin van jkhr. Charles Pierre de Senarclens-Grancy en zijn vrouw jkvr. Wilhelmina Martini van Geffen. Mr. J.L. Marggraff kocht het landgoed, liet het huis volledig slopen en bouwde in 1882 de welbekende villa die bij de brand in 2003 werd verwoest en nu uit zijn as is herrezen

U. Poerink