Depotschatje 2: ‘TRAM HALT HUISJE TENHALVE’

Het Vughts Museum wil een zo’n goed mogelijk beeld geven van de geschiedenis en cultuur van Cromvoirt, Helvoirt en Vught. Daarbij maakt het museum gebruik van allerlei voorwerpen en kunst uit het depot. Maar veel objecten blijven in het depot liggen of hangen. Daarom belicht het museum elke maand een ‘Depotschatje’.

Dit bord hing aan de voorgevel van het houten Huisje ten Halve, dat aan oostzijde van de Taalstraat stond, nabij de kruising met de Loonsebaan. Huisje ten Halve was een halteplaats voor de paardentram van Den Bosch naar Vught reed. Na deze halte ging de tram door via café Sint-Joris naar Voorburg en dan weer terug naar Den Bosch. Een ritje kostte 17½ cent in de eerste- en 12½ cent in de tweede klasse.

Huisje ten Halve is een herberg annex koffiehuis, vanaf 1866 gerund door Theodorus Pijnenburg en zijn vrouw Johanna Ansems. Hun zoon Joseph (Sjef) Pijnenburg zou het koffiehuis voortzetten. Sjef woonde daar met zijn vrouw Wilhelmina Verhagen en hun kinderen. De oudste zoon was de kunstschilder Reinier Pijnenburg, die in 1884 op Huisje ten Halve is geboren.

 

Op deze foto van Huisje ten Halve van rond 1896 staan twee van zijn zusjes voor het hek: Marie en Anna Pijnenburg. De meisjes hebben een zogeheten palmpasen in de hand. Achter het hek staat een jongen met een hoedje op, zou dit Reinier kunnen zijn? Het tramhaltebord is zichtbaar in het rode ovaal. Boven de deur is een bordje met de tekst: J. PIJNENBURG VERGUNNING.

Huisje ten Halve staat op veel oude kaarten aangegeven. De eerste vermelding is op een kaart van de aanleg van een weg van Vught naar Dongen in 1819. Daar staat vermeld: ‘Plankenhuisje’. Rondom de vesting Den Bosch en de forten mocht niet in steen gebouwd worden vanwege het vrije schootsveld. Dit is bepaald door de militaire machthebbers in het begin van de negentiende eeuw. Huisje ten Halve is rond 1800 gebouwd en is al half in steen opgetrokken als deze bepaling wordt afgekondigd. Het is daarom afgebouwd in hout, vandaar de naam Huisje ten Halve. Of komt de naam toch voort uit de plaats van de herberg, gelegen halverwege Den Bosch-Vught?

Huisje ten Halve is in 1935 afgebroken. De familie Pijnenburg heeft het tramhaltebord altijd bewaard. Nadat Reinier Pijnenburg overleed, schonk de familie het tramhaltebord aan de Vughtse Oudheidkamer, de voorloper van het Vughts Museum. In de zuid-oostbeuk van De Petrus is op dit moment een fototentoonstelling ingericht over de paardentram.

Veronica Dénis