Depotschatje: ‘Gezicht op Cromvoirt vanaf de IJzeren Man’
Het Vughts Museum wil een zo’n goed mogelijk beeld geven van de geschiedenis en cultuur van Cromvoirt, Helvoirt en Vught. Daarbij maakt het museum gebruik van allerlei voorwerpen en kunst uit het depot. Maar sommige schilderijen blijven in het depot liggen of hangen. Elke maand kiezen de vrijwilligers van de Registratie een ‘Depotschatje’ uit, om op deze manier te belichten.
Het Vughts Museum heeft een grote verzameling schilderijen, prentbriefkaarten en foto’s van de IJzeren Man. Daartoe behoort een schilderij dat ons een heel ander beeld van het bosmeer geeft dan we kennen, maar wel getiteld is “Gezicht op Cromvoirt vanaf de IJzeren Man”. Het doek is gesigneerd met ‘L. Meys’, maar niet gedateerd.
De toren was van de Sint-Lambertuskerk van Cromvoirt. Hij stak boven de bomen rond de IJzeren Man uit, tot hij in 1944 door terugtrekkende Duitse militairen werd opgeblazen. Hij is nooit meer opgebouwd. Op enkele vooroorlogse ansichtkaarten van de IJzeren Man is de torenspits te vinden. Wel goed zoeken!
Intrigerend zijn de molen en enkele huizen die op dit schilderij vlak bij de plas staan. Die zijn op geen enkele foto te ontdekken.
Begin vorige eeuw bevond zich op de hoek Oude Loonsebaan en Loverensestraat de oudste molen van Cromvoirt, dicht bij de punt van de IJzeren Man. De naam ‘’t Molenhuis’ van een huis in de buurt herinnert er nog aan, en ook de molenberg waar hij op stond. We weten dat die molen in 1888 door blikseminslag behoorlijk was beschadigd, maar vermoedelijk is die (gedeeltelijk) hersteld. Tot overmaat van ramp brandde in 1892 het huis van de molenaar Johannes Toelen af. Toelen verliet een jaar later Cromvoirt, doch keerde in 1896 weer in het dorp terug. Wat er intussen met de molen was gedaan, is niet bekend. In 1902 werd die nog wel aangeduid als windmolen, want toen werd hij als zodanig samen met het molenhuis verkocht. Op een stafkaart uit die tijd is de molen aangeduid als ‘korenmolen’. Wanneer en waarom de molen is verdwenen, is niet met zekerheid te zeggen.
Toelen bouwde in 1902 niet ver van de kerk in Cromvoirt een belt- of bergkorenmolen op de Hooge Akkers; dat is op of nabij het huidige perceel St.-Lambertusstraat 46-48. In 1926 werd deze molen onttakeld en de wieken er afgehaald. In 1937 volgde de sloop.
De molen op het schilderij zal niet die op de Hooge Akkers voorstellen, daarvoor stond hij te ver weg. Aannemelijker is, dat het om de korenmolen te Loveren gaat met wellicht het molenhuis ernaast.
Het museum heeft geen documentatie over de schilder L. Meys en wanneer hij of zij leefde. Wel heeft het museum nog een werk van hem/haar: een ongedateerde pentekening van huis Reeburg, dat in 1952 is gesloopt. Wie kan meer over L. Meys vertellen? Graag vernemen we dat via info@vughtsmuseum.nl.
Urijan Poerink