Het Vughts Museum presenteert het middeleeuwse Vught

Expositie Vughts Museum in DePetrus 8 mei tot en met 3 juli 2022

In de middeleeuwen waren er in Vught diverse kerkelijke instellingen en landhuizen zoals Zionsburg (de Commanderij van de Duitse Orde), het Kartuizerklooster, Spreeuwenburg en Maurick. Het merendeel van de Vughtenaren waren echter ‘gewone’ burgers: boeren en handelslieden. Gelegen aan de Dommel was Vught vóór het ontstaan van ’s-Hertogenbosch een belangrijk handelscentrum. Dat blijkt onder meer uit het feit dat Vught een muntrecht en een tolrecht bezat. In de afgelopen jaren zijn in het centrum van Vught archeologische onderzoeken gedaan, die veel informatie hebben opgeleverd over het middeleeuwse Vught. Van 8 mei tot en met 3 juli 2022 kunnen in DePetrus in Vught de resultaten van deze opgravingen worden bewonderd.

Opgehoogd land

Archeologisch onderzoek op het terrein van de voormalige Marktveldpassage tussen het Maurickplein en de Heuvel heeft duidelijk gemaakt dat het er laag en nat was, vermoedelijk stroomde door het gebied een zijarm van de Dommel. Toch was het terrein van belang. In de middeleeuwen is grond elders afgegraven om vervolgens het gebied onder de Marktveldpassage op te hogen, zodat er gewoond kon worden. De vondst van verschillende waterputten wijst daarop.

Waterput Marktveldpassage

Zilverschat

Aan de voet van de dijk naar Maurick lag de Sint-Pieter met er omheen een kerkhof. Bij de jongste opgraving op het Maurickplein bleek, dat op dat kerkhof een man begraven was, van circa 30 tot 40 jaar oud, die geleefd moet hebben tussen 1036 en 1160. In zijn graf werd een buidel gevonden met 158 zilveren munten. Deze munten dateren uit de eerste helft van de twaalfde eeuw.

Zilverschat Maurickplein

Kasteeltje

Het huis Spreeuwenburg zal eind vijftiende, begin zestiende eeuw zijn gebouwd aan de oever van de Dommel. In de loop der eeuwen is Spreeuwenburg diverse malen verbouwd en uitgebreid. De gevonden fundamenten brengen dat helder in beeld. Ook blijkt het gebouw last gehad te hebben van verzakkingen. Om die reden werden meerdere malen ‘noodverbanden’ aangebracht. Uiteindelijk werd het kasteeltje tussen 1821 en 1827 gesloopt. In putten en grachten zijn veel aardewerk en andere gebruiksvoorwerpen gevonden. Interessant zijn de vele haardstenen, die bleken te zijn hergebruikt als vloer. Een foto van de fundamenten van Spreeuwenburg staat boven dit artikel.

Kanonnen van kasteel Maurick

Omstreeks 1900 werd kasteel Maurick grondig gerestaureerd. Sindsdien stonden vier gietijzeren kanonnen als schamppalen bij het poortgebouw. Die kanonnen waren waarschijnlijk gevonden in de gracht van het kasteel. Eerder dit jaar werden deze kanonnen op initiatief van de werkgroep Archeologie van Stichting Erfgoed Vught (onder leiding van Wim Kievits) uitgegraven. Het bleek te gaan om een voor Nederland bijzondere vondst. Dit soort kanonnen werd geproduceerd tussen c. 1350 en c. 1550 en werd gebruikt tot in de late zestiende eeuw. Daarna werden smeedijzeren kanonnen geleidelijk vervangen door gegoten bronzen of ijzeren kanonnen.

De vier kanonnen bij kasteel Maurick – waarvan één kanon wordt geëxposeerd in de archeologietentoonstelling in DePetrus – zijn ongeveer 121 cm lang. Het kaliber van de lopen is 9 cm. De kogels die afgevuurd werden door dergelijke kanonnen waren meestal van steen of lood. De kanonnen zijn eigendom  van Monumentenbeheer Brabant.

Kanon Kasteel Maurick