Even voorstellen 39: Fanny Philips

Fanny Philips (BHIC)

Fanny is een joods meisje, dochter van Benjamin Philips en Martha Boas, geboren op 1 februari 1923. Dhr. Philips is directeur van de sigarenfabriek Antonia. Van 1914 tot 1934 woont de familie Philips in Den Bosch aan de Koningsweg. Het gaat de familie zo goed dat ze in april 1934 naar Huize ‘Muiserick’ verhuizen. ‘Muiserick’ is een mooi landhuis in Vught, prachtig gelegen aan de Dommel vlak bij kasteel Maurick.

Voor 1940 kent Fanny een aantal gelukkige jaren met een groot aantal vrienden en vriendinnen. Ze gaat naar het Marialyceum in Den Bosch, tennist op Woburn en hockeyt bij MOP. Vanaf mei 1940 verandert alles voor de joodse mensen in Nederland, Fanny kan al snel niet meer naar de IJzeren Man, de bioscoop in Den Bosch. Ook mag ze geen lid meer zijn van MOP en Woburn. Vanaf september 1941 kan ze ook niet meer naar het lyceum. Fanny gaat niet zoals de andere joodse meisjes naar het Joodsch Lyceum, maar volgt lessen als apotheker-assistente bij Gersons op de Markt in Den Bosch

In april 1942 vorderden de Duitsers villa ‘Muiserick’; enkele weken later trekt de familie in een bovenhuis aan de Taalstraat boven een bakkerij. Vanaf mei dat jaar moet Fanny, net als alle andere Joden, een gele Jodenster dragen. Ze raakt ook haar fiets kwijt, mag niet meer naar de kapper en bij anderen op bezoek. Eind mei 1943 moet de familie ook de woning in de Taalstraat verlaten en trekken in bij een familie op de Helvoirtseweg. Het is niet voor lang, want op 1 juni moet de familie zich melden in kamp Westerbork. Vandaar gaan ze op 14 september op transport naar Polen. Drie dagen later, op 17 september direct na aankomst, wordt Fanny vergast.