Even voorstellen 20: Hendrik van Loghem
U dacht vast klaar te zijn met gepensioneerde militairen en mariniers, gedecoreerd met een Militaire Willemsorde, die zich rond 1850-1860 in Vught vestigen: Van Heel, Outmaijer en Poulus zijn in deze reeks al voorbij gekomen. Wel, ik ben nummer 4. Mijn naam is Hendrik van Lochem en ik ben in 1801 in Utrecht geboren.
Mijn militaire carrière
Als ik zeventien jaar ben, meld ik mij bij de marine. In het stamboek word ik omschreven als iemand met blauwe ogen, blonde haren en een ovaal gezicht. In de marine begin ik als blazer bij de tweede afdeling der infanterie en heb als taak de troepen aan te wakkeren. Snel promoveer ik tot geweerschutter en tot korporaal. In 1826 ga ik aan boord van de ‘Zeeland’ en tussen 1827 en 1829 aan boord van de ‘Javaan’ op de Middellandse Zee. Omdat ik in 1829 zonder toestemming de wacht verlaat, word ik door de Zeekrijgsraad gedegradeerd tot de laagste rang, matroos 3e klasse, en veroordeeld tot slaag met de ‘handdagen’, een stuk touw.
Tussen 1830 en 1832 ben ik op de Schelde gestationeerd. Nu succesvoller, want ik ontvang het Metalen Kruis, omdat ik bij de verovering van het fort St. Marie op de Belgen mee heb gestreden. Het fort is een militaire versterking op de linkeroever van de Schelde.
De Militaire Willemsorde waarover ik al eerder schreef, ontvang ik in 1852. Ik ben namelijk in Palembang, Indonesië, als kanonnier der tweede klasse der artillerie in het KNIL betrokken bij strafexpedities. De expedities naar de Palembangse Bovenlanden tussen 1851 en 1859 hebben als doel opstanden te onderdrukken. De onlusten in de binnenlanden van Palembang verdwijnen echter niet, er blijft altijd spanning heersen.
Mijn tijd in Vught
Rond 1853 ga ik met pensioen en verhuis ik vanuit Den Haag naar Vlasmeer 6 in Vught. Daar woon ik in het huis van mijn toekomstige zwager, schoonzuster en schoonvader en leer via hen mijn toekomstige vrouw kennen. In 1855 trouw ik met Hendrina van de Ven in Vught. Wij betrekken een huis op Vlasmeer 98 en nemen mijn schoonvader in huis. In 1863 overlijd ik.
Bron: Rijksmuseum en Nationaal Archief