Even voorstellen 19: Carl Thomas

Carl Thomas

U heeft vast wel eens bij het ’t Misverstant gegeten of vroeger daar Chinees gegeten. Het is mijn onderduikplaats geweest. Mijn naam is Carl Thomas en ik ben op 13 april 1910 in ’s-Hertogenbosch geboren. Ik trouw met Willy van Osch en wij gaan wonen in de Jan Heinsstraat nr.10.

Oorlogstijd

Tijdens de oorlog ben ik een van de krachten achter de Ordedienst in Gewest 17. Ik voer het commando over deze post, ben koerier van het algemeen hoofdkwartier, richt radio-zendposten in, zorg voor elektrische noodvoorzieningen, regel de opvang van parachutisten en onderhoud contacten met gijzelaarskampen. Na de luchtlandingen in september 1944 is ’s-Hertogenbosch het centrum waar ‘crossers’ naar bevrijd gebied overgaan en terugkeren. Er ontstaat daarom een geregelde berichtendienst die voor het illegale werk belangrijk is. Bij de gevechten om ’s-Hertogenbosch eind oktober 1944 zend ik via de berichtendienst informatie over Duitse troepenopstellingen. Willy is koerierster. De Duitsers loven een flink bedrag uit, om mij op te pakken. Ik duik daarom onder bij de Duitse nonnen van het Carolusziekenhuis in de Jan Heinstraat en bij mijn tante, een oude boerin in de Kampdijklaan in Vught. Zij woonde, waar nu ’t Misverstant is gevestigd. Ook duik ik onder bij pastoor Cox in Den Dungen en in Maren. Altijd ben ik op de vlucht, maar ik weet uit de handen van de Duitsers te blijven.

Na de oorlog

 Na de bevrijding ben ik tijdelijk reserve-luitenant-kolonel bij de Binnenlandse Strijdkrachten. Op aandringen van prins Bernard word ik militair commissaris van het gewest Den Bosch en later van Noord-Brabant en Limburg. Zo help ik de door de Duitsers geconfisqueerde schoenenfabriek N.V. Nederlandse Schoenenunie Bloch & Stibbe weer overeind. Willy en ik krijgen na de oorlog twee zonen. Vanaf 1950 wonen wij op Middenweg 7 in Vught en in 1966 verhuizen wij naar Helvoirt, met een driejarig uitstapje naar Bazel, Zwitserland. Kort nadat Willy overleden is, verhuis ik naar ’s-Hertogenbosch, waar ik in 1981 in het ziekenhuis sterf.

Vanwege het organiseren van werkzaamheden binnen de Ordedienst ontvang ik de Medal of Freedom met de Bronzen Palm en de Bronzen Leeuw, de hoogste onderscheiding voor verzetswerk.

Bron: BHIC