Even voorstellen 17: Robbert van Zinnicq Bergmann
In 1917 ben ik, Robbert “Robbie” van Zinnicq Bergmann, telg uit een advocatenfamilie, geboren in ’s-Hertogenbosch. Tijdens mijn jeugd rondom ons huis “De Ridderspoor” in Vught ben ik druk met paardrijden en motorcross, waardoor ik in de derde klas gymnasium als een baksteen blijf zitten. Na het behalen van mijn diploma op het internaat Rolduc volg ik inmiddels gedisciplineerd de opleiding tot reserveofficier aan de cavalerieschool en tot officier aan de KMA.
Tweede Wereldoorlog
Tijdens mijn laatste opleidingsjaar, ik lig met koorts op bed in Vught, valt Duitsland Nederland binnen. Ik meld mij toch bij het derde legerkorps. Doordat een Nederlandse legerwagen mij schept, beland ik met een gebroken been in het ziekenhuis. Met vier cavalerieofficieren smeed ik plannen om naar Engeland te ontsnappen, maar ik moet in Utrecht wegens verraad onderduiken. Per sleepboot vlucht ik naar Luik en via Frankrijk, Monte Carlo, Madrid en Lissabon reis ik met hulp van achterneef Joseph Luns naar Gibraltar. In zomer 1942 bereik ik Londen, waar ik als oorlogsvlieger in dienst treed bij de Royal Air Force. Alleen als ik zelf achter de stuurknuppel zit, word ik niet luchtziek en zo behaal ik mijn vliegbrevetten.Na de invasie in Normandië word ik gestationeerd op één van de eerste Engelse vliegvelden bij Coulombs in Frankrijk. Ik maak deel uit van het 181e en 182e squadron, dat zich wegens Market Garden via Antwerpen naar Eindhoven verplaatst. Zo beschiet ik tijdens 86 missievluchten met mijn favoriete jachtbommenwerper Typhoon onder andere het hoofdkwartier van Seyss-Inquart en de door SS’ers bemande koninklijke stallen van Paleis het Loo. Hiervoor word ik tot officier in de Orde van Oranje-Nassau met de zwaarden benoemd en word ik drager van het Vliegerkruis, het Kruis van Verdienste en het Distinguished Flying Cross.
Hofmaarschalk onder drie koninginnen
Kort na de oorlog trouw ik met Caroline Irmgard barones de Vos van Steenwijk, dame du palais van Juliana. Als ik een directiefunctie bij Organon in Zuid-Amerika aangeboden krijg, verzoekt koningin Wilhelmina mij dringend haar adjudant Erik Hazelhoff Roelfzema op te volgen. Zo word ik uiteindelijk hofmaarschalk onder drie koninginnen. Niet bepaald een kantoorbaan, toch behaal ik ondertussen mijn doctoraal Nederlands recht. Tijdens mijn laatste jaren woon ik in Den Haag en Vorden, in die laatste plaats sterf ik in 2004.
Meer weten over mijn bijzondere leven? Dat kan in het Vughts Museum.
Beeldbron: NIMH