Even voorstellen 12: Gijsbert Spandonk
Ik ben Gijsbert Spandonk, noem mij maar Gijs, en word in 1915 in Lage Zwaluwe geboren. Mijn hele familie komt daar vandaan. Ik ben een boerenzoon en werk graag met paarden. Hier in mijn geboortedorp heb ik ook een meisje ontmoet, dat ik ten huwelijk heb gevraagd. Wij zullen echter nooit trouwen. En nu zult u denken dat ik geen echte Vughtenaar ben. Dat klopt, maar ten tijde van mijn overlijden woon ik er wel.
Theresialaan
Ik dien eerst als dienstplichtig wachtmeester en word daarna pas beroepsmilitair. Hierdoor raak ik mijn verkregen rang kwijt en start weer als gewoon soldaat. Van de kazerne van Ede gekomen woon ik vanaf maart 1939 op Loyolalaan 40 Vught, waar meer soldaten wonen. Het is met de fiets niet ver naar de Isabellakazerne. Ook Allard August Weddepohl woont op Loyolalaan 40, maar verhuist na zijn huwelijk naar de Theresialaan. Ik teken voor zes jaren militaire dienst en in mei 1940 heb ik de rang van korporaal. Als de Duitsers Nederland binnenvallen maak ik onderdeel uit van het tweede eskadron van het tweede regiment Huzaren Motorrijders. Wij zijn in de buurt van Dordrecht gestationeerd, ter verdediging van de Vesting Holland.
In de nacht van 11 op 12 mei krijg ik met enkele huzaren de opdracht ter verkenning naar Wieldrecht te marcheren. Na een gevecht met een Duitse mitrailleurbemanning bereiken wij de Dordtse Kil. Onverwacht worden wij hier bij de slag om de spoorbrug in Dordrecht vanaf de overkant door Duitse parachutisten beschoten. Samen met drie huzaren sterf ik, 25 jaar oud, op de hoek van de Hugo de Grootlaan en de Weeskinderendijk. Nu zijn daar een autowasstraat en een autohandelaar te vinden. Beter dan Duitse parachutisten, als je het mij vraagt.
Drie maal begraven
Mijn reis is echter nog niet ten einde, want ik word drie keer begraven. Direct na mijn dood krijg ik een graf in Dordrecht en acht jaar later word ik op de begraafplaats bij de Nederlandse Hervormde kerk in Hooge en Lage Zwaluwe, mijn geboorteplaats, herbegraven. Op verzoek van mijn neven krijg ik tenslotte in 2014 op het Militair Ereveld Grebbeberg mijn laatste rustplaats.
Bron: Oorlogsgravenstichting.