12 juni 2021
Even voorstellen 10: Willem Bierenbroodspot
Goedemiddag allen. Mijn naam is Willem Bierenbroodspot, in 1906 in Amsterdam geboren en zoon van een meubelmaker. Daar woon ik mijn hele jeugd, maar voor de marine moet men in Den Helder zijn. Terwijl ik in Indië gestationeerd ben, promoveer ik tot luitenant-ter-zee eerste klasse. Hier werk ik samen met C. de Wolff en leer zodoende zijn zusje Ida kennen. Wij trouwen in Soerabaja en krijgen een dochter.
Oorlogsjaren
Vanaf december 1941 ben ik instructeur bij waarnemersopleiding op het marinevliegkamp Morokrembangan op Java, tot in maart 1942 Japanners het eiland bezetten. Mijn vrouw, dochter en ik vluchten via Australië naar Amerika. Later sluit ik mij in Engeland aan bij het 320 Dutch Squadron, een Nederlandse met Fokkers uitgeruste maritieme afdeling van de Royal Air Force. Weg van de oorlog in Azië vecht ik mee in Europa. Vanwege een torpedo-aanval op een Duitse mijnlegger in de monding van de Wezer ontvang ik het Distinguished Flying Cross en het Vliegerkruis. Mijn kameraad, Piet van Waart, en ik worden hierbij in onze Beaufighter bij het eiland Helgoland geraakt. Met slecht weer vliegen wij in een zwaargehavende machine terug, verliezen een tweede motor en raken een halve mijl voor de Engelse kust te water. In een rubberboot peddelen we terug naar de kust.
De tijd in Vught
Maar de oorlog laat sporen na: mijn vrouw en ik scheiden en het contact met mijn dochter verwatert. Dat ik deelneem aan een nieuw avontuur, de eerste naoorlogse walvisexpeditie, helpt ook niet. In 1951 trouw ik met Sophie van Zinnicq Bergmann, de dochter van de advocaat-procureur en nicht van Engelandvaarder en hofmaarschalk Robbert van Zinnicq Bergmann. Wij wonen op Sophias-Burg in de Taalstraat en ik word vader van een zoon. In deze periode promoveer ik tot kapitein-luitenant ter zee en ben ik van 1953 tot aan mijn pensioen in 1956 commandant van de Vliegbasis Woensdrecht. Hierna verhuizen wij terug naar Vught en wonen wij op Aert Heymlaan 50. Tussen 1991 en 1992 woon ik op Zorgpark Voorburg, alwaar ik sterf.
Beeldbron: NIMH