Even voorstellen 7: Jan Theunissen

Jan Theunissen zit op de grond. Uit familiearchief

In 1915 word ik, Jan Theunissen, in Abcoude-Proostdij geboren, maar mijn jeugd breng ik met mijn ouders en zeven broers en zussen in Vught door. Wij wonen op Taalstraat 21 en mijn ouders later op Loonsebaan 129, en samen met mijn broertje Piet zit ik bij de scouting. Volgens mijn familie ben ik een driftkop, maar ook scherp en moedig. Die eigenschappen heb ik later nodig.

Nederlands-Indië
Na mijn dienstplicht vertrek ik namelijk naar Nederlands-Indië, om als reserve officier-vlieger bij het KNIL opgeleid te worden. In Bandung trouw ik met Peterdina en een jaar later krijgen wij een dochter, Suze. Maar er dreigt oorlog en Japan rukt in Azië op. Agressieve bombardementsaanvallen op de vloot – ik ontvang daarvoor het Vliegerkruis – weten Japan niet op afstand te houden. Japan bezet Nederlands-Indië en drie jaar lang zijn mijn vrouw en dochter in het vrouwenkamp Tjihapit geïnterneerd. Ondertussen wijk ik met andere piloten uit naar Canberra en vormen wij met Australiërs het 18e squadron van de Netherlands East Indies-Royal Australian Air Force. Aan de Royal Netherlands Military Flying School in Amerika leren de piloten met bommenwerpers te vliegen. Ik ben daar instructeur. In augustus 1943 keren wij naar Australië terug en leid ik bij het 18e squadron volledige missies bombardementsaanvallen. Voor de 37 operationele vluchten in het zuidwesten van de Stille Oceaan ontvang ik een tweede Vliegerkruis.
Gesneuveld in Pakanbaru
Als Japan zich in 1945 overgeeft keer ik terug naar Bandung, om mijn vrouw en dochter uit het kamp te halen. Niet ongevaarlijk, want Soekarno roept de onafhankelijkheid uit. En dat blijkt: op 2 juli 1946 maak ik een landing in Pakanbaru en als ik nietsvermoedend kom voortaxiën, doorzeven Indonesische nationalisten met mitrailleurvuur de kist. Ik sneuvel in deze hinderlaag.
Mijn vrouw en dochter repatriëren naar Nederland en leren mijn familie kennen. Peterdina trouwt met de man van mijn zus. Philomena, ooit docent textiele handwerken aan Regina Coeli, is in 1944 thuis in Breda bij een Engelse beschieting op de Duitsers gedood. Onze dochters zijn nichtjes, maar worden zusjes.
Samen met J.P. Verbiezen en J.H. van Laarhoven, twee andere gevallen Vughtse militairen in Nederlands-Indië, word ik op het Indië-monument in het Lievevrouwepark herdacht. Meer over mij lezen? Dat kan hopelijk snel weer in het Vughts Museum!