Schatten van Vught 11: De eerste steen
Jonkheer Gijsbert van Beresteijn was de enige zoon van burgemeester Jacob van Beresteijn en Catharina Christina le Sueur. Evenals zijn vader was hij Heer van Maurick. De familie bezat het kasteel als sinds 1679. Op 16 mei 1827 trouwde Gijsbert met zijn nicht Catharina Jacoba Christina de Jong van Rodenburgh. Zij kregen zeven kinderen. Het echtpaar woonde hun gehele leven op kasteel Maurick.
Op het erf van een woning aan de Sint-Michielsgestelseweg werd jaren geleden een tegel ontdekt die een inscriptie bevatte: ‘Gijsbert van Beresteijn Jzn. heeft alhier op den 1 maart 1825 den eersten steen gelegd’. De vraag was natuurlijk waar die ‘eerste steen’ was gelegd. Het kasteel, allerlei gebouwen in de omgeving waren veel ouder dan 1825. Was dat dan bij een nieuwe pachterswoning van het kasteel? Het zou kunnen, al is de steen eigenlijk te voornaam voor zo’n woning. Er is een andere verklaring. Onder Lodewijk Napoleon werden honderdvijftig kerken in Brabant teruggegeven aan de katholieken. Ook in Vught moest één van de twee kerken terug. Dat leverde nogal wat gesteggel op, omdat zowel katholieken als protestanten de Lambertuskerk wilden. Uiteindelijk ging op 15 februari 1825 de Sint-Pieter op het Maurickplein naar de katholieken. De kerk was in slechte staat en mocht gerestaureerd worden. Is het een boute bewering om te veronderstellen dat Gijsbert op 1 maart 1825 de eerste steen legde voor de restauratie van de Sint-Pieter?