Schatten van Vught 8: Het Heyms- of Mannengasthuis

Heymsgasthuis geschilderd door Ernest Grips
De familie Heym was een Bossche bestuurdersfamilie. Jonkheer Aart Heym was Hoogschout van ’s-Hertogenbosch. In 1521 kwam hij in het bezit van een kasteel in Vught, dat sindsdien het Heymshuis of Heymanshuis werd genoemd en dat tegenwoordig Kasteel Maurick heet. Het Vughtse kasteel was zijn buitenhuis. Hij woonde en werkte in de stad. In ’s-Hertogenbosch beheerde de familie Heym vanaf 1372 op de Windmolenberg een gasthuis, waar daklozen, zieken en bejaarden konden worden opgevangen. In 1666 werd het gasthuis door Henrick Heym, een nazaat van Aart, verplaatst naar Vught. Op de hoek van de Peperstraat en het Maurickplein werd een ‘mannengasthuis’ gevestigd, dat de naam ‘Heymsgasthuis’ kreeg. Doel was om vier oude mannen met een verzorgster te huisvesten. Vanaf 1681 nam de familie Van Beresteijn, die Kasteel Maurick kocht, het gasthuis over. Dat bleef zo tot 1887. Toen kwam het beheer in handen van het Algemeen Armbestuur van Vught. Aan het begin van de twintigste eeuw werd het gasthuis gesloten en werd het gebouw in 1919 gesloopt. Wel bleef een fonds bestaan waaruit het Armbestuur en later de gemeente Vught minvermogenden konden ondersteunen. In 2013 werd deze taak ondergebracht bij de Heymstichting.
Ernest Grips, die om de hoek op het Marktveld woonde, maakte een schilderij van het gasthuis. Hij was van beroep restaurator en de zoon van Charles Grips, de schilder die nagenoeg alle schilderijen maakte voor de Sint-Petruskerk.