Schenking archeologische vondsten
De heropening van het Vughts Museum in DePetrus heeft tot gevolg dat bijna dagelijks schenkingen binnen komen. Verrassend waren een aantal archeologische voorwerpen die in de afgelopen jaren in Vught gevonden waren door particulieren en amateur-archeologen. Eén van hen was Arnold van der Lee. Deze Drunense heemkundige beloofde jaren geleden het museum vondsten uit Vught als DePetrus open zou gaan. Die belofte is hij nagekomen.
Al direct in de openingsweek kwam hij met drie archeologische vondsten: een vuurstenen bijl, een krabber en een urn. De urn is het interessantste object. Ze stamt uit de Late Bronstijd, ca 1200 – 1000 v. Chr. Ze is in 1968 gevonden door een scholier, Herbert Vorwerk, in de wand van een zojuist gegraven bermsloot langs de weg van Deuteren naar Cromvoirt. De graafmachine had een deel van de urn meegenomen. De toenmalige Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek heeft het restant gerestaureerd tot een complete urn.
Een andere schenking kwam van twee zussen, Loes en Netty de Vreugd. Als kinderen waren ze in 1962 betrokken bij de vondst van de ‘Vughtse muntschat’, duizenden Romeinse munten afkomstig van Halder. De meeste munten gingen naar het Oudheidkundig Museum Sint-Michielsgestel. Maar de zussen behielden een aantal munten zelf. Die zijn nu geschonken aan het Vughts Museum.