Ooit had Vught een heemkundekring
Op 24 februari 1954 werd op initiatief van het Vughtse gemeentebestuur de Kring voor geschiedbeoefening Vught opgericht. Thijs van de Griendt, directeur van het Provinciale Genootschap van Kunsten en Wetenschappen in Noord-Brabant en wethouder A.M. Sengers lichtten de plannen toe. De Kring zou door het gemeentebestuur erkend worden als ‘studie- en adviescommissie’ en subsidie krijgen. Er werd een bestuur gevormd met Van de Griendt als voorzitter, C.J.F. van der Heijden als secretaris en H.J.A. Donkers als penningmeester. Een maand later werd het bestuur aangevuld met F. Smulders, N. Scholten van Aschat, E. Grips, A. Gerrits en J.A. de Kort. De eerste taak die de nieuwe heemkundekring op zich nam was het achterhalen van informatie over het middeleeuwse Kartuizerklooster, dat had gelegen tussen de Taalstraat en de Dommel, tegenover de Zeeldraaierstraat. Daar was haast bij, want er waren plannen voor de aanleg van een nieuwe rijksweg. Archiefonderzoek vond plaats; óók werden door Jos de Kort opmetingen gemaakt in het veld.

Kartuizerklooster, schets Jos de Kort (1956)
De nieuwe heemkundekring werd lid van Brabants Heem en er volgden talrijke artikelen over Vught in het heemkundeblad ‘De Kleine Meierij’. Nadat deze voortrekkers van de Vughtse lokale geschiedenis waren verdwenen kwam er een einde aan de Vughtse heemkundekring. Het duurde enige tijd voordat in 1974 de Vughtse Verzamelkamer werd opgericht, die via de naamsveranderingen van Oudheidkamer Vught en Vughts Historisch Museum tot Vughts Museum zou evolueren. Wat later, in 1993 besloot de Vughtse gemeenteraad tot oprichting van de Vughtse Historische Reeks. In totaal werden veertien delen uitgebracht. Boekhandel Brabant en later Bruna Vught fungeerden als partner van de gemeente Vught. Vanaf 2009 droeg de gemeente haar betrokkenheid bij de Reeks over aan de Stichting Lokale Geschiedschrijving van Vught.